In het verleden was de haringvangst erg belangrijk en lucratief voor de vissers langs de Friese Waddenkust. Maar soms was het aanbod aan gevangen haring zo groot dat de haringen werden aangewend als mest voor de pootaardappelteelt. Lees het opmerkelijke krantenartikel uit 1897:
Haring
Verbazend groot, is de hoeveelheid haring, die dit voorjaar en niet het minst in de laatste weken op de Friesche Wadden wordt gevangen. Alleen aan de kust van Barradeel en Het Bildt wordt de gezamenlijke vangst gerekend op een half millioen stuks per dag.
Inden beginne hebben de visschers daar dan ook beste zaken gemaakt, temeer daar de vangst elders niet evenredig was aan dezen overvloed. Een groot deel der vangst gaat ook thans nog naar de rookerijen der plaatsen aan de Zuiderzee, doch zoozeer overtreft de vangst de vraag, dat de visschers niet eens meerde moeite nemen dagelijks alle fuiken te lichten. Ook worden op de bouwlanden langs de kust, in ’t bijzonder op de aardappelakkers, haringen aangewend tot mest. Deskundigen beweren, dat een haring, gelegd in het boorgat onder den pootaardappel, den groei en de opbrengst van het gewas krachtig bevordert.
Bron: Limburger koerier, 27-04-1897, via Delpher